Met zijn pittoreske silhouet ligt Pulkau midden tussen de wijngaarden in het noordwestelijke Weinviertel. Onze wijnstokken zijn geworteld in de uitlopers van de Manhartsberg, waar, vanuit geologisch oogpunt, twee grote eenheden samenkomen: het Boheemse massief in het Waldviertel en de Molasse-zone in het Weinviertel.  

Het Boheemse massief is een van de oudste landschappen van Oostenrijk. We hebben het over primair gesteente, dat bestaat uit graniet en een verscheidenheid aan metamorfe gesteenten zoals gneis, granuliet, grafiet, marmer en kwartsiet. Het Maissau-graniet dat overheersend is in Pulkau, werd ongeveer 555 miljoen jaar geleden gevormd als stollingsgesteente.  

Tegelijkertijd komen twee klimaatzones samen in het gebied rond Pulkau - het Pannonische klimaat van het Weinviertel ontmoet het harde, koelere klimaat van het Waldviertel. Deze unieke constellatie zorgt voor warme, zonnige dagen en koele nachten en daarmee voor een onderscheidend aroma in de druiven.  

In verband met de bodem, de streek en het klimaat zet je als wijnmaker het hele jaar door de nodige stappen om het beste dat de natuur te bieden heeft uit de druiven te halen. Dat betekent bewuste opbrengstvermindering, consistent loofwerk en duurzame grondbewerking.